Groet!

Groet!

De oorverdovende opmars van het uitroepteken leidt tot een slepend debat in het Verenigd Koninkrijk, zo meldt De Volkskrant. Mooi. Een referendum over het definitief uitbannen van dit misbaksel der interpunctie lijkt me op zijn plaats, nu ze daar op het eilandrijk toch even niets anders te doen hebben.

Britse onderwijsambtenaren hebben scholen gevraagd op te treden tegen de snel om zich heen grijpende epidemie die uit de VS is overgewaaid en die nu met wortel en tak dient te worden uitgeroeid. Deze overheidsdienaren hebben gelijk. De tientallen e-mails die mijn mailbox dagelijks bereiken wemelen van de uitroeptekens. Vaak in het slotakkoord, dat de ontvanger een mooie avond of een fijn weekend toewenst. Niet zelden ook op minder voor de hand liggende plaatsen in de tekst, hetgeen telkens weer gevoelens van lichte verbijstering oproept.

Standaardwerken op het gebied van taal schrijven een spaarzaam gebruik van het uitroepteken voor. De Taalwinkel voor studenten dicteert om ze in ieder geval te vermijden in niet-commerciële teksten, zoals beleidsstukken en journalistieke teksten, vanwege ‘de schreeuwerige indruk’ die het uitroepteken maakt.

Dichter en schrijver Drs. P nam het gebruik van het leesteken al eens op de hak in zijn mild ironische lied Uitroepteken:

Bij schrik, verbijstering of enthousiasme

Bij brandalarm, gelach of felle haat

Bij aanvalskreet of uiting van orgasme

Geheid dat er een uitroepteken staat

Eigenlijk zijn er geen omstandigheden die een uitroepteken rechtvaardigen denkbaar, schreef een lezer aan The Daily Telegraph. “Het is een bekentenis van de gebruiker dat hetgeen hij op papier heeft gezet niet sterk genoeg is om het belang of de sensationele aard van de door hem beschreven gebeurtenis over te brengen.”

He is dus een beetje zoals met de noodrem in de trein. Goed dat die er is, maar ook voor gebruik daarvan zijn geen verzachtende omstandigheden te verzinnen.

Groet!